Artikelen

Portret van een redakteur: John van Tiggelen

.
User Rating:  / 1
PoorBest 

Redakteur van The Monthly: J. van TiggelenMigratie vanuit Nederland is een gebeurtenis van alle dag. Zo ook voor de familie van Tiggelen. Door de jaren heen zijn velen van hen 'de grote plas' overgestoken, of zelfs helemaal afgereisd naar het zuidelijk halfrond. Ieder persoon of gezin zal zo zijn eigen beweegredenen hebben om die stap te maken. Maar hoe vergaat het deze mensen nu, soms generaties later. Welke droom zijn zij aan het navolgen. Welk levensgeluk proberen zij in te vullen. In dit artikel een schets van immigrant John van Tiggelen, redakteur van het Australische blad 'The Monthly'. Dit interview is afgenomen door de - eveneens van Nederlandse oorsprong - journalist P.B. Reynders. Hij is vrijwillig Canberra Correspondent van de Dutch Courier; een maandelijkse publicatie namens 'the Associated Netherlands Societies' in Victoria, Australië. Een digitale kopie van de originele uitgave is na te lezen via deze link.


PORTRET VAN EEN REDAKTEUR

Peter Reynders praatte met de redakteur van The Monthly JOHN VAN TIGGELEN

Australië heeft ongeveer 320,000 inwoners van  Nederlandse afkomst (Australian Bureau of Statistics). Ze  dragen allemaal hun steentje bij aan de Australische samenleving. Velen timmeren daarbij niet aan de weg, gaan rustig en onopvallend hun gang en als groep  zijn we daarom vaak met de naam “invisible migrants” aangeduid. Sommigen hebben echter, speciaal door het schrijven voor de media, meer invloed op de samenleving dan anderen.  Zij maken constant een ruime keus beschikbaar voor lezers en luisteraars van nieuws, ideeën, kennis en meningen.  Ook in de nationale pers kom je hier ook telkens weer Nederlandse namen tegen en je vraagt je soms af waar die mensen oorspronkelijk vandaan kwamen en hoe hun pad naar zo'n prominente en invloedrijke positie verliep.  Ik mocht bij een kopje koffie een gesprek voeren met zo'n voormalige Nederlander, nu Australiër, John van Tiggelen, om iets over hem te kunnen vertellen. Hij is de redakteur van  The Monthly, dat in Melbourne wordt uitgegeven. Om de eisen van die functie te illustreren, eerst enkele woorden over The Monthly, voor lezers die, zoals bij mij het geval was, dat tijdschrift niet kennen.


The Monthly

The Monthly brengt diepgaande artikelen over politiek, de gemeenschap en kunst, geschreven door geleerde schrijvers (www.themonthly.com.au). Opstellen van 7000 woorden zijn niet ongewoon. Het is duidelijk niet een tijdschrift dat bij de kassa van de supermarkt ligt en aan de hand van pagina’s vol foto's van jonge of welgevormde dames simpele roddelteksten over de  kleding en capriolen van jeugdidolen en  filmsterren vertelt. Het redacteurschap van The Monthly vergt daarentegen speciale literaire ervaring, begrip en oordeel, vooral van de Engelstalige cultuur. Het corrigeren en invoegen van zulke literaire teksten, opdat ze leesbaar worden voor ons, het lezerspubliek, is een veeleisende taak. Hoe komt het dan dat deze allochtoon die veel van zijn jeugd nog in Nederland doorbracht en tot eerder dit jaar nog als Nederlander te boek stond, toch de meest deskundige persoon werd bevonden om die taak te vervullen? Dat probeer ik hieronder uit te leggen.


Finding John

De afspraak was om  de heer Van Tiggelen te ontmoeten in zijn woonplaats, het alleraardigste stadje Castlemaine (spreek uit ''kesselmeen''), dat ongeveer 110 km ten noordwesten van Melbourne ligt.  Ik vond John met enige moeite in een niet zo klantvriendelijk voormalig ziekenhuis dat nu als een zaken-centrum gebruikt wordt. Hij verwelkomde mij in vloeiend Nederlands met een gezellige zachte g. Hij stelde voor om in het koffiehuis op de begane grond van het gebouw wat te babbelen en koffie te drinken. Zo gezegd zo gedaan. Het café werd gedreven door emigranten uit Oostenrijk en de Duitse taal werd nog druk gebruikt tussen de familieleden en op notities op het prikbord aan de muur.  Uitstekende koffie en smakelijke cake. We hadden besloten ons gesprek in het Nederlands te voeren, wat voor ons beiden geen kleinigheid was want  we zijn beide al vele jaren ieder met een Australische getrouwd en dus gebruikten we die taal weinig. Noch op ons werk, noch thuis.


Immigrant

Van Tiggelen is in Tilburg geboren als Johannes Adrianus van Tiggelen, zoon van (nu wijlen) Cees van Tiggelen en Agnes Calon. Cees had medicijnen gestudeerd en was gespecialiseerd in psychégeriatrie. Een personeelsbemiddelaar trok hem aan om in Australië te gaan werken, omdat daar een tekort was aan deze expertise. Het gezin emigreerde naar Australië in 1975. John zat toen nog op de lagere school en moest dus plotseling erg snel Engels leren en hier op school doorgaan, een moeilijke maar ook spannende ervaring die veel ge-emigreerde kinderen ondergaan. Voor een periode van bijna drie jaar was het gezin echter weer terug in Nederland in de jaren 1980-83, waar John weer onderwijs genoot in het Nederlands op het atheneum in Vught, een kleine Brabantse stad, die bekend is door zijn voormalig concentratiekamp in de 2e wereldoorlog.  Zonder twijfel muntte hij hier uit in Engels en kreeg toen de smaak te pakken van 't schrijven van proza in het Engels. Van Tiggelen vertelde mij nl. dat hij “altijd al journalist wilde worden” en dat schrijven al vroeg een hobby was. Terug in Australië studeerde hij echter eerst  drie en een half jaar medicijnen  aan de Monash University. Hij ging daarna naar Noord Queensland en fungeerde daar o.m als gids in het Daintree Rainforest en begint de wildernis, ecologie en het landschap daar te waarderen. Ook het Great Barrier Reef, dat daar voor de kust ligt, kreeg zijn aandacht. “Ik was toen een beetje een hippie”, zegt John. In Nederland was hij al geïnteresseerd geweest in de natuur vooral vogelwaarnemingen. Uiteindelijk haalde hij daarna toch een (post) Graduate Diploma in Journalistiek op Melbourne's RMIT, wat hem ferm op het pad naar een journalistieke carrière zette. 


Van Tiggelen en Nederland

John vroeg en kreeg het Australische burgerschap pas dit jaar. Er zal dus een sterk Nederlands gevoel bij hem leven, hoewel zijn vrouw een Australische is en zijn kinderen geen Nederlands spreken. Hij vertelde in sneller Nederlands dan het mijne, dat zijn grootmoeder, “Oma”, belangrijk voor hem was. Oma maakte deel uit van een eeuwenoude Zeeuwsvlaamse familie en woonde op een boerderij bij Breskens, waar John graag op bezoek kwam, ook vanuit Australië. Zijn Vader Cees had ook lang een ''hobbyfarm''  in South Gippsland, die hij met maar liefst 60 vleesrunderen runde.  John's moeder verhuurt daar nu 't graasrecht. De Van Tiggelen familie in Nederland  is groot, er zijn er duizenden met deze of een eendere naam. Hij vertelde dat hij zo'n zeventien ooms heeft en ook een aantal tantes, maar weinig contact. Na Oma's overlijden is hij toch niet meer zo vaak naar Nederland op familiebezoek is geweest. De band met 't moederland is de familie waar je contact mee onderhouden hebt. 't Schijnt, zoals ik elders heb waargenomen, als die wegvallen verminderd dit het contact en de behoefte daar naartoe te reizen. Een nieuwe pagina op het internet die de genealogie die de familie van Tiggelen behandelt, vertelde me dat de naam teruggaat naar het landgoed Tichelt bij Breda met documentatie die teruggaat tot de middeleeuwen.  Het vertelde me ook dat :”De familie van Tiggelen is een vroom volk” en  een familiewapen vertoont drie sterren die de heilige drie-eenheid vertegenwoordigen. Ik speculeerde daarop dat John van Tiggelen een praktiserend katholiek is. Dat bleek niet het geval. Toen ik zei dat ik atheïst ben zei hij gewoon: ''Ik ook''.
Het onderwerp Australisch landschap leiddde ons naar  het verschijnsel hier te lande waar veel enorm grote beeltenissen van een plaatselijk product zijn gebouwd, zoals de grote garnaal, de grote avocado, het grote schaap of de grote banaan.  Hierdoor word je aandacht afgeleid van het mooie landschap, net zoals de vele grote reclameborden die er helemaal niet in passen. John is hier tolerant over. Hij legde uit dat plattelandsgemeenschappen soms vinden dat ze over het hoofd gezien worden en daarom hun plaatselijke identiteit aangeven met deze reusachtige beeltenissen. Hij was het niet eens met mijn suggestie dat de ongelooflijk grote stalen vlaggenmast met vlag op het parlementsgebouw in Canberra in dezelfde categorie zit.


Journalist en schrijver

Ik wist nu dat ik met een academisch en veelzijdig getrainde journalist praatte en vroeg wat journalistiek eigenlijk is. Is het het schrijven om een krant te verkopen, de recente geschiedenis op te schrijven zonder bronvermelding, is het entertainment en zo voorts? Zo maakte ik een lijstje van opties. John hield het eenvoudig op: ''verschaffen wat mensen willen lezen en horen te weten en ja entertainment komt er ook aan te pas''. Hij verwees naar zijn luchthartige en humoristische artikel in de Good Weekend  dat ik had uitgeknipt, over zijn ervaring als vader van vijf kinderen, de laatste tweelingen, waarna hij, met wat aanmoediging van zijn vrouw, een vasectomie besloot te ondergaan.  “Dat was entertainment” legt hij uit. Het schijnt uit dat artikel dat hij het niet schuwt  om wat van zijn privé-leven in zijn publicaties te openbaren. Bij hem gaat het echter puur om het schrijven: hij wil de lezer raken, zij het via een glimlach of via het teweeg brengen van een twijfel. Het gaat hem niet om zelfpromotie of om zichzelf centraal te plaatsen. Hij benadrukte bijvoorbeeld, dat als het van hem afhangt er nooit een Wikipedia-pagina over hem alleen gemaakt  zal worden. Maar dat hangt natuurlijk niet alleen van hem af en er is al zo'n pagina voor de meeste van de schrijvers van zijn maandblad. 
John heeft, zo zei hij, nooit erg diep nagedacht over de commerciële kant van de publicaties waar hij voor heeft gewerkt. De royalty’s van boeken alleen “zijn ook  het schrijven niet waard, tenzij een boek een uitzonderlijke bestseller is”, wist John uit ervaring. “Je schrijft om andere redenen”.
Hij schreef een boek onder de titel Mango Country- a Journey Beyond the Brochures of Tropical Queensland dat voorgedragen was voor de Colin Roderick Award, maar ook werd zijn werk voorgedragen voor andere literaire prijzen, zoals de Graham Perkins Journalist of the Year prijs. In 2001 publiceerde hij in Best Australian Essays  en won de Commonwealth Media Award.  De prijs daarvoor was een studiesemester op Cambridge University, dat hij gretig consumeerde.
In 2002 voer John op de replica van de Duyfken voor een gedeelte van de tocht langs de oorspronkelijke 1606 route van Indonesië naar Australië.  En zo kwamen we op de vraag welke kijk de Indonesiërs volgens hem op Nederlanders hebben. ''Ik heb die als positief ervaren en velen spraken er nog vol trots Nederlands'', zei hij, ''het zijn de Amerikanen die daar onpopulair zijn''.
“Zie je een oplossing hoe onze inheemse mensen een meer plezierig bestaan kunnen krijgen?” Wellicht omdat ik het woord oplossing gebruikte, begreep hij dat ik ze als een probleem  presenteerde. “We moeten ze geen probleem noemen en ik heb er geen oplossingen voor” zei hij. Hij had echter wel rijke en lange ervaringen met de nazaten van de oorspronkelijke bewoners, de Aurukun gemeenschap in Queensland inbegrepen.  Met vele van de meningen en strategische voorstellen  van de  intellectuele Aboriginal leider daar, Noel Pearson, die meer op zelfvoorziening dan op overheidssteun zijn gericht, kon John zich verenigen. 
Als schrijver van langere artikelen, die diepgaand research vereisen, schreef John vanaf 1998 voor het tijdschrift Good Weekend dat regelmatig meegeleverd wordt bij de Sydney Morning Herald en The Age. In dat tijdschrift werd in November 2011 zijn artikel gepubliceerd over  de bekende rechtse mediaspeler Andrew Bolt, ook van Nederlandse afkomst, die hij geïnterviewd had in diens huis vóór  de uitspraak van de  rechtzaak in de Federale Rechtbank, waarbij Bolt schuldig werd bevonden aan rassistisch belasteren. Het wijd besproken briljante artikel gaf een beeld van zeer dichtbij van  Bolt's persoon, de mens Bolt, zoals het publiek hem nog niet kende, wat resten van zijn Nederlandse achtergrond inbegrepen. “Want” vertelde John mij, “hij is zeker een zeer menselijk wezen, alleen wij zijn het niet eens over een aantal dingen”.
Ben Naparstek, John's voorganger als redacteur bij The Monthly begon in februari als redacteur van Good Weekend, waar John werkte.  The Monthly had dus een opvolger nodig. Ik maak me sterk dat door het Bolt-artikel  de aandacht op Van Tiggelen viel omdat dat artikel hem uit de verf deed komen en omdat het hem zoveel faam bezorgde, dat het hem die baan van redacteur bezorgde. Zijn ervaring  bij de Good Weekend, waar hij vele gedenkwaardige artikelen voor schreef,  en als prijswinnend schrijver, vrijdenker en intellectueel moet er ook toe bij gedragen hebben dat hem deze functie werd toevertrouwd. Mensen zoals John van Tiggelen, die talent combineren met hard werk komen altijd terecht. In welk land ze zijn geboren doet er niet toe.


Bronvermelding

Dit artikel is een directe kopie van het interview zoals gepubliceerd in het blad Dutch Courier, uitgegeven door Dutch Courier Pty Ltd. Geregistreerd bij Australia Post publicatie no. VBF0525 ISSN 0817-6876.
Voor het publiceren van deze kopie is toestemming verleend door dhr. P.B. Reynders.
Een volledige digitale kopie van de uitgave van de Juli 2012 editie van Dutch Courrier is na te lezen via deze link.